Vragen:

  1. Waar zie je kansenongelijkheid bij Anyssa, Yunuscan en Gianny uit aflevering 1?

  2. Welke sociaal werkers zijn betrokken?                     

  3. Beschrijf de overeenkomsten en verschillen tussen de kinderen uit aflevering
  4. Wat valt je op aan de gespreksvaardigheden van meester Thijs? Koppel aan wat je hebt geleerd bij BOS Methodiek – Generiek.
  5. Wat is het verschil in aanpak kansenongelijkheid tussen NL en Engeland?  

Antwoorden:

  1. ik denk dat ik bij gianny een kansenongelijkheid zie, hij heeft niet zelf gekozen naar welke middelbare school hij ging door eerdere situaties, hij geeft zelf ook aan dat hij vind dat die school al een vooroordeel/mening hebben over hem. en hij wilt graag naar een nieuwe school want die hebben ook nog geen mening/oordeel over hem.
  2. kinder- en jongerenwerk en maatschappelijke werk
  3. bij Gianny en Anyssa zie ik een overeenkomst dat ze allebei een dubbeltje zijn. Je ziet verschillen met de kinderen op de witte school zoals Viggo of Evy, en met de kinderen van de zwarte school zoals Yunuscan of Gianny. Bij Evy en Viggo ligt de lat veel hoger, je ziet ook de verschillen op school en in de klas bij Gianny in de klas gaat het anders dan bij Evy, maar de scholen zijn ook niet het zelfde. Bij Gianny op school zijn ze bijvoorbeeld veel minder gemotiveerd. Bij Viggo willen ze bijvoorbeeld allemaal graag naar het vwo terwijl het bij Yunuscan anders is.
  4. het valt me op dat hij veel vertelt over wat hij zelf ervan vind en wat het met hem doet, maar niet vraagt naar Gianny zijn mening of zijn gevoel erbij. Hij moet zicht meer in het leefwereldperspectief van Giannny gaan  inleven, zodat hij hem beter kan begrijpen. 
  5. in Engeland pakken ze het heel anders aan in het onderwijs, er is geen witte of zwartte school, ook dragen alle kinderen een uniform. Waardoor je allemaal gelijk eruit ziet en zo ook geen verschillen ziet tussen de rijkere of armere kinderen. Waardoor er ook minder snel kansenongelijkheid is dan in Nederland, hier heb je zwarte en witte scholen en zo worden de kinderen al onderscheiden. Op de zwarte scholen zitten kinderen met een niet westerse achtergrond, ouders die geen goed Nederlands kunnen of niet goed opgeleid zijn. Dus ook op economisch gebied lager liggen dan van de kinderen op de witte school, waarbij de ouders meestal wel hoger opgeleid zijn.